====== Zondag 5 ====== 12. __5:12__ **Aangezien wij dan naar het rechtvaardig oordeel Gods tijdelijke en eeuwige straf verdiend hebben, is er enig middel, waardoor wij deze straf zouden kunnen ontgaan en wederom tot genade komen?**\\ God wil, dat aan Zijn gerechtigheid genoeg geschiede;\\ daarom moeten wij aan haar,\\ óf door onszelven, óf door een ander,\\ volkomenlijk betalen.\\ \\ 13. __5:13__ **Maar kunnen wij door onszelf betalen?**\\ In generlei wijze,\\ maar wij maken ook de schuld\\ nog dagelijks meerder.\\ \\ 14. __5:14__ **Kan ook ergens een bloot schepsel gevonden worden, dat voor ons betale?**\\ Neen; want ten eerste wil God\\ aan geen ander schepsel de schuld straffen,\\ die de mens gemaakt heeft;\\ ten andere zo kan ook geen bloot schepsel\\ den last van den eeuwigen toorn Gods tegen de zonde dragen\\ en andere schepselen daarvan verlossen.\\ \\ 15. __5:15__ **Wat moeten wij dan voor een Middelaar en Verlosser zoeken?**\\ Zulk een,\\ Die een waarachtig en rechtvaardig mens is,\\ en nochtans ook sterker dan alle schepselen,\\ dat is, Die ook tegelijk waarachtig God is.