====== Gezang 10 ======
10:1 Hoe zal ik U ontvangen,\\ hoe wilt Gij zijn ontmoet.\\ O, 's werelds hoogst verlangen,\\ des sterv'lings zaligst goed?\\ Dat ons uw Geest verlichte!\\ Houd zelf de fakkel bij,\\ die, Heer, ons onderrichte\\ wat U behaag'lijk zij.\\ \\
10:2 'k Lag machteloos gebonden,\\ Gij komt en maakt mij vrij;\\ ik was bevlekt met zonden,\\ Gij komt en reinigt mij\\ Het leven was mij sterven,\\ tot Gij mij op deed staan;\\ Gij doet mij schatten erven,\\ die nimmermeer vergaan.\\ \\
10:3 Wat deed uit 's hemels zalen,\\ o Heer der heerlijkheên!\\ Op aard' U nederdalen?\\ Uw grote liefd' alleen,\\ uw eindeloos erbarmen\\ met onze groten nood,\\ dat als met zeeg'nend armen\\ en reddend ons omsloot.\\ \\
10:4 Ja, schrijf dat in uw harte\\ gij diep bedroefde schaar!\\ Bij 't nijpen van de smarte,\\ bij 't barnen van 't gevaar:\\ al scheurde 't kruis uw schouder,\\ al doofde 't laatste licht,\\ de Trooster en Behouder\\ staat voor uw aangezicht!\\ \\
10:5 Nu hebt gij niet te vragen,\\ of God wel vrede biedt.\\ "In mensen welbehagen!"\\ Zo klinkt het eng'lenlied.\\ 't Klinkt voort, waarheen w'ook zwerven,\\ uit Bethlem Efratha;\\ het klinkt ook onder 't sterven\\ nog in ons harte na!\\ \\
10:6 Nog eenmaal zal Hij komen,\\ als Richter van 't heelal,\\ die dan het hoofd der vromen\\ voor eeuwig kronen zal.\\ Nog is die dag verborgen;\\ wacht hem gelovig af,\\ terwijl de grote morgen\\ reeds schemert boven 't graf!