====== Gezang 16 ======
16:1 God, enkel licht,\\ voor wiens gezicht\\ niets zuiver wordt bevonden,\\ ziet ons bevlekt,\\ met schuld bedekt,\\ misvormd door duizend zonden.\\ \\
16:2 Der sterren pracht\\ is bij Hem nacht,\\ hoe hel zij schittren mogen;\\ en wij, belaan\\ met euveldaan,\\ wat zijn wij in zijn ogen?\\ \\
16:3 Heer, waar dan heen?\\ Tot U alleen!\\ Gij zult ons niet verstoten;\\ uw eigen Zoon\\ heeft tot uw troon\\ den weg ons weer ontsloten.\\ \\
16:4 Ja, amen! Ja,\\ op Golgotha\\ stierf Hij voor onze zonden,\\ en door zijn bloed\\ wordt ons gemoed\\ gereinigd van de zonden.\\ \\
16:5 Maar, ach! Wat smart!\\ Dit dwaalziek hart\\ doet ons gedurig vrezen.\\ O God! G' aanschouwt\\ hoe 't ons berouwt\\ steeds weer bevlekt te wezen.\\ \\
16:6 Wil, U ter eer,\\ steeds meer en meer\\ 't geloof in ons versterken!\\ Dan zullen wij,\\ gereed en blij,\\ uit liefde 't goede werken.