====== Gezang 6 ======
6:1 //'k Geloof in God, de Vader, die 't heel//al\\ //geschapen heeft en houdt in// wezen;\\ //en dat Hij, om Zijns Zoons wil,// zal\\ //mijn Vader zijn, mijn smart ge//nezen,\\ //mij schenken al het nodig// goed,\\ //en 't kwaad, dat mij op aard' ont//moet,\\ //genadig doen ten beste// keren.\\ //Zijn almacht zal mij steeds be//hoen.\\ //Dat wou Hij als mijn Bondsgod// zweren,\\ //dit wil Hij als mijn Vader// doen.\\ \\
6:2 //'k Geloof daarbij in Jezus, onze// Heer',\\ //des Vaders Zoon, Zijn Eenge//boren',\\ //Die ik gelijk de Vader// eer,\\ //de Christus, van God uitver//koren,\\ //ontvangen van de Geest van// God,\\ //Maria's Zoon, gehoond, be//spot,\\ //Die in Pilatus' tijd door// lijden\\ //en kruisdood, heeft voor ons be//taald,\\ //begraven is, na angstig// strijden,\\ //en dus ter helle neerge//daald.\\ \\
6:3 //Hij stond weer op, ons tot gerechtig//heid,\\ //toen 't derde licht rees uit de// kimmen,\\ //om nu, bekleed met majes//teit,\\ //ten derden hemel op te// klimmen,\\ //waar Hij in hoogstverheven// stand,\\ //ten troon zit aan Gods rechter//hand,\\ //vanwaar wij Hem ten oordeel// wachten,\\ //met eng'len en bazuinge//schal,\\ //wanneer Hij alle de ge//slachten,\\ //'t zij dood of levend, richten// zal.\\ \\
6:4 //'k Geloof ook in den Heil'gen Geest, die// één\\ //met Zoon en Vader is in// wezen.\\ //'k Geloof één Kerk, die alge//meen,\\ //die Christ'lijk, van God uitge//lezen,\\ //en heilig is; waar klein en// groot\\ //van 't zelfde heil is deelge//noot;\\ //dat God mijn zonden wil ver//geven,\\ //en dat mijn vlees, weer opge//wekt,\\ //dan eeuwig, met mijn ziel, zal// leven,\\ //volzalig, heerlijk, onbe//vlekt.