gezang:10

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Volgende revisie
Vorige revisie
gezang:10 [19-06-2024 om 12.22 uur] – aangemaakt - Externe bewerking 127.0.0.1gezang:10 [05-09-2024 om 21.58 uur] (huidige) – Externe bewerking 127.0.0.1
Regel 1: Regel 1:
-<sup>10:1</sup> Hoe zal ik U ontvangen,\\ hoe wilt Gij zijn ontmoet.\\ O, 's werelds hoogst verlangen,\\ des sterv'lings zaligst goed?\\ Dat ons uw Geest verlichte!\\ Houd zelf de fakkel bij,\\ die, Heer, ons onderrichte\\ wat U behaag'lijk zij.\\ \\  +====== Gezang 10 ====== 
-<sup>10:2</sup> 'k Lag machteloos gebonden,\\ Gij komt en maakt mij vrij;\\ ik was bevlekt met zonden,\\ Gij komt en reinigt mij\\ Het leven was mij sterven,\\ tot Gij mij op deedt staan;\\ Gij doet mij schatten erven,\\ die nimmermeer vergaan.\\ \\  +<sup>10:1</sup> Hoe zal ik U ontvangen,\\ hoe wilt Gij zijn ontmoet.\\ O, 's werelds hoogst verlangen,\\ des sterv'lings zaligst goed?\\ Dat ons uw Geest verlichte!\\ Houd zelf de fakkel bij,\\ die, Heer, ons onderrichte\\ wat U behaag'lijk zij.\\ \\ 
-<sup>10:3</sup> Wat deed uit 's hemels zalen,\\ o Heer de heerlijkheên!\\ Op aard' u nederdalen?\\ Uw grote liefd' alleen,\\ uw eindeloos erbarmen\\ met onzen groten nood,\\ dat als met zeeg'nend armen\\ en reddend ons omsloot.\\ \\  +<sup>10:2</sup> 'k Lag machteloos gebonden,\\ Gij komt en maakt mij vrij;\\ ik was bevlekt met zonden,\\ Gij komt en reinigt mij\\ Het leven was mij sterven,\\ tot Gij mij op deedt staan;\\ Gij doet mij schatten erven,\\ die nimmermeer vergaan.\\ \\ 
-<sup>10:4</sup> Ja, schrijf dat in uw harte\\ gij diep bedroefde schaar!\\ Bij 't nijpen van de smarte,\\ bij 't barnen van 't gevaar:\\ al scheurde 't kruis uw schouder,\\ al doofde 't laatste licht,\\ de Trooster en Behouder\\ staat voor uw aangezicht!\\ \\  +<sup>10:3</sup> Wat deed uit 's hemels zalen,\\ o Heer de heerlijkheên!\\ Op aard' u nederdalen?\\ Uw grote liefd' alleen,\\ uw eindeloos erbarmen\\ met onzen groten nood,\\ dat als met zeeg'nend armen\\ en reddend ons omsloot.\\ \\ 
-<sup>10:5</sup> Nu hebt gij niet te vragen,\\ of God wel vrede biedt.\\ "In mensen welbehagen!"\\ Zo klinkt het eng'lenlied.\\ 't Klinkt voort, waarheen w'ook zwerven,\\ uit Bethlem Efratha;\\ het klinkt ook onder 't sterven\\ nog in ons harte na!\\ \\ +<sup>10:4</sup> Ja, schrijf dat in uw harte\\ gij diep bedroefde schaar!\\ Bij 't nijpen van de smarte,\\ bij 't barnen van 't gevaar:\\ al scheurde 't kruis uw schouder,\\ al doofde 't laatste licht,\\ de Trooster en Behouder\\ staat voor uw aangezicht!\\ \\ 
 +<sup>10:5</sup> Nu hebt gij niet te vragen,\\ of God wel vrede biedt.\\ "In mensen welbehagen!"\\ Zo klinkt het eng'lenlied.\\ 't Klinkt voort, waarheen w'ook zwerven,\\ uit Bethlem Efratha;\\ het klinkt ook onder 't sterven\\ nog in ons harte na!\\ \\
 <sup>10:6</sup> Nog eenmaal zal Hij komen,\\ als Richter van 't heelal,\\ die dan het hoofd der vromen\\ voor eeuwig kronen zal.\\ Nog is die dag verborgen;\\ wacht hem gelovig af,\\ terwijl de grote morgen\\ reeds schemert boven 't graf! <sup>10:6</sup> Nog eenmaal zal Hij komen,\\ als Richter van 't heelal,\\ die dan het hoofd der vromen\\ voor eeuwig kronen zal.\\ Nog is die dag verborgen;\\ wacht hem gelovig af,\\ terwijl de grote morgen\\ reeds schemert boven 't graf!


Paginahulpmiddelen