| Beide kanten vorige revisieVorige revisieVolgende revisie | Vorige revisie |
| gezang:6 [19-06-2024 om 00.01 uur] – ds. J.H. Zwart | gezang:6 [05-09-2024 om 21.58 uur] (huidige) – Externe bewerking 127.0.0.1 |
|---|
| <sup>6:1</sup> 'k Geloof in God, den Vader, die 't heelal<br>Geschapen heeft en houdt in wezen;<br>En dat Hij, om Zijns Zoons wil, zal<br>Mijn Vader zijn, mijn smart genezen,<br>Mij schenken al het nodig goed,<br>En 't kwaad, dat mij op aard' ontmoet,<br>Genadig doen ten beste keren.<br>Zijn almacht zal mij steeds behoen.<br>Dat wou Hij als mijn Bondsgod, zweren,<br>Dit wil Hij als mijn Vader, doen.<br><br> | ====== Gezang 6 ====== |
| <sup>6:2</sup> 'k Geloof daarbij in Jezus, onzen Heer',<br>Des Vaders Zoon, Zijn Eengeboren',<br>Dien ik gelijk den Vader eer,<br>Den Christus, van God uitverkoren,<br>Ontvangen van den Geest van God,<br>Maria's Zoon, gehoond, bespot,<br>Die in Pilatus' tijd door lijden<br>En kruisdood, heeft voor ons betaald,<br>Begraven is, na angstig strijden,<br>En dus ter helle neergedaald.<br><br> | <sup>6:1</sup> //'k Geloof in God, de Vader, die 't heel//al\\ //geschapen heeft en houdt in// wezen;\\ //en dat Hij, om Zijns Zoons wil,// zal\\ //mijn Vader zijn, mijn smart ge//nezen,\\ //mij schenken al het nodig// goed,\\ //en 't kwaad, dat mij op aard' ont//moet,\\ //genadig doen ten beste// keren.\\ //Zijn almacht zal mij steeds be//hoen.\\ //Dat wou Hij als mijn Bondsgod// zweren,\\ //dit wil Hij als mijn Vader// doen.\\ \\ |
| <sup>6:3</sup> Hij stond weer op, ons tot gerechtigheid,<br>Toen 't derde licht rees uit de kimmen,<br>Om nu, bekleed met majesteit,<br>Ten derden hemel op te klimmen,<br>Waar Hij is hoogstverheven stand,<br>Ten troon zit aan Gods rechterhand,<br>Vanwaar wij Hem ten oordeel wachten,<br>Met eng'len en bazuingeschal,<br>Wanneer Hij alle de geslachten,<br>'t Zij dood of levend, richten zal.<br><br> | <sup>6:2</sup> //'k Geloof daarbij in Jezus, onze// Heer',\\ //des Vaders Zoon, Zijn Eenge//boren',\\ //Die ik gelijk de Vader// eer,\\ //de Christus, van God uitver//koren,\\ //ontvangen van de Geest van// God,\\ //Maria's Zoon, gehoond, be//spot,\\ //Die in Pilatus' tijd door// lijden\\ //en kruisdood, heeft voor ons be//taald,\\ //begraven is, na angstig// strijden,\\ //en dus ter helle neerge//daald.\\ \\ |
| <sup>6:4</sup> //'k Geloof ook in den Heil'gen Geest, die// één | <sup>6:3</sup> //Hij stond weer op, ons tot gerechtig//heid,\\ //toen 't derde licht rees uit de// kimmen,\\ //om nu, bekleed met majes//teit,\\ //ten derden hemel op te// klimmen,\\ //waar Hij in hoogstverheven// stand,\\ //ten troon zit aan Gods rechter//hand,\\ //vanwaar wij Hem ten oordeel// wachten,\\ //met eng'len en bazuinge//schal,\\ //wanneer Hij alle de ge//slachten,\\ //'t zij dood of levend, richten// zal.\\ \\ |
| met Zoon en Vader is in wezen. | <sup>6:4</sup> //'k Geloof ook in den Heil'gen Geest, die// één\\ //met Zoon en Vader is in// wezen.\\ //'k Geloof één Kerk, die alge//meen,\\ //die Christ'lijk, van God uitge//lezen,\\ //en heilig is; waar klein en// groot\\ //van 't zelfde heil is deelge//noot;\\ //dat God mijn zonden wil ver//geven,\\ //en dat mijn vlees, weer opge//wekt,\\ //dan eeuwig, met mijn ziel, zal// leven,\\ //volzalig, heerlijk, onbe//vlekt. |
| 'k Geloof één Kerk, die algemeen, | |
| die Christ'lijk, van God uitgelezen, | |
| en heilig is; waar klein en groot | |
| van 't zelfde heil is deelgenoot; | |
| dat God mijn zonden wil vergeven, | |
| en dat mijn vlees, weer opgewekt, | |
| dan eeuwig, met mijn ziel, zal leven, | |
| volzalig, heerlijk, onbevlekt. | |
