psalmberijming:1773:121

Psalm 121

121:1 'k Sla d' ogen naar 't gebergte heen,
Vanwaar ik dag en nacht
Des Hoogsten bijstand
wacht.
Mijn hulp is van den HEER alleen,
Die hemel, zee en aarde
Eerst schiep, en
sinds bewaarde.

121:2 Hij is, al treft u 't felst verdriet,
Uw wachter, die uw voet
Voor wankelen be
hoedt;
Hij, Isrels Wachter, sluimert niet;
Geen kwaad zal u genaken;
De HEER zal
u bewaken.

121:3 Zijn wacht, waarop men hopen mag,
Zal, daar zij u bedekt,
En u ter schaduw
strekt,
De maan bij nacht, de zon bij dag,
In koud' en gloed vermind'ren,
Opdat zij
u niet hind'ren.

121:4 De HEER zal u steeds gadeslaan,
Opdat Hij in gevaar,
Uw ziel voor ramp be
waar';
De HEER, 't zij g' in of uit moogt gaan,
En waar g' u heen moogt spoeden,
Zal eeuwig
u behoeden.


Paginahulpmiddelen