psalmberijming:1773:2

Verschillen

Dit geeft de verschillen weer tussen de geselecteerde revisie en de huidige revisie van de pagina.

Link naar deze vergelijking

Beide kanten vorige revisieVorige revisie
Volgende revisie
Vorige revisie
psalmberijming:1773:2 [16-03-2020 om 16.34 uur] ds. J.H. Zwartpsalmberijming:1773:2 [29-08-2024 om 13.21 uur] (huidige) ds. J.H. Zwart
Regel 1: Regel 1:
-====== Psalm 2 (berijmd) ====== +====== Psalm 2 ====== 
-<html><ol> +<sup>2:1</sup> Wat //drift beheerst het woedend heiden//dom,\\ En //heeft het hart der volken inge//nomen?\\ De //koningen verheffen zich al//om,\\ De //vorsten/zijn ver//metel saâmge//ko-men,\\ Om //God, den/HEER, zelfs //naar de kroon te/steken,\\ En //tegen/Zijn Ge//zalfde op te/staan.\\ Zij //spreken/saam: Laat //ons hun banden/breken,\\ En //van hun/juk en //touwen/ons ontslaan.”\\ \\  
-<li id="2:1">Wat <i>drift beheerst het woedend heiden</i>dom,<br />En <i>heeft het hart der volken inge</i>nomen?<br />De <i>koningen verheffen zich al</i>om,<br />De <i>vorsten </i>zijn ver<i>metel saâmge</i>ko-men,<br />Om <i>God, den </i>HEER, zelfs <i>naar de kroon te </i>steken,<br />En <i>tegen </i>Zijn Ge<i>zalfde op te </i>staan.<br />Zij <i>spreken </i>saam: "Laat <i>ons hun banden </i>breken,<br />En <i>van hun </i>juk en <i>touwen </i>ons ontslaan."</li><br /><br /> +<sup>2:2</sup> Maar //d' Opperheer, die Zijn geduchten/stoel\\ Op //starren sticht, en grondvest op de/wolken,\\ Zal //lachen met dat vruchteloos ge//woel,\\ En //spotten/met den //waan der dwaze/vol-ken,\\ God //zal Zijn/wraak ont//dekken voor hun/ogen;\\ Straks //gloeit de/lucht door '//vlammend bliksem//licht;\\ 't Is //God die/spreekt; Hij //dondert uit den/hoge,\\ En //jaagt den/schrik Zijn //haat'ren/in 't gezicht: \\ \\  
-<li id="2:2">Maar <i>d' Opperheer, die Zijn geduchten </i>stoel<br />Op <i>starren sticht, en grondvest op de </i>wolken,<br />Zal <i>lachen met dat vruchteloos ge</i>woel,<br />En <i>spotten </i>met den <i>waan der dwaze </i>vol-ken,<br />God <i>zal Zijn </i>wraak ont<i>dekken voor hun </i>ogen;<br />Straks <i>gloeit de </i>lucht door '<i>vlammend bliksem</i>licht;<br />'t Is <i>God die </i>spreekt; Hij <i>dondert uit den </i>hoge,<br />En <i>jaagt den </i>schrik Zijn <i>haat'ren </i>in 't gezicht:</li><br /><br /> +<sup>2:3</supDurft //gij bestaan te twisten met Mijn/kracht?\\ Zal //nietig stof Mij 't hoog gezag ont//wringen,\\ Of //weerstand biên aan Mijn geduchte/macht?\\ Ont//ziet Mijn/toorn, ver//doolde sterve//ling-en.\\ Gij //zult ver//geefs Mijn //rijksbestel weer//streven!\\ Mijn //Koning/is ge//zalfd door Mijn be//leid;\\ Hij, //door Mijn/hand op //Sions troon ver//heven,\\ Heerst //op den/berg van //Mijne/heiligheid.”\\ \\  
-<li id="2:3">"Durft <i>gij bestaan te twisten met Mijn </i>kracht?<br />Zal <i>nietig stof Mij 't hoog gezag ont</i>wringen,<br />Of <i>weerstand biên aan Mijn geduchte </i>macht?<br />Ont<i>ziet Mijn </i>toorn, ver<i>doolde sterve</i>ling-en.<br />Gij <i>zult ver</i>geefs Mijn <i>rijksbestel weer</i>streven!<br />Mijn <i>Koning </i>is ge<i>zalfd door Mijn be</i>leid;<br />Hij, <i>door Mijn </i>hand op <i>Sions troon ver</i>heven,<br />Heerst <i>op den </i>berg van <i>Mijne </i>heiligheid."</li><br /><br /> +<sup>2:4</supEn //Ik, die Vorst, met zoveel macht be//deeld,\\ Zal //Gods besluit aan 't wereldrond doen/horen.\\ Hij //sprak tot Mij: 'k Heb heden U ge//teeld;\\ Gij //zijt Mijn/Zoon, Gij //zijt Mijn eenge//bo-ren';\\ Zeg //vrij Uw/eis; Ik //zal Uw macht ver//hogen,\\ Op//dat Uw/naam al//om ontzaglijk/zij;\\ Het //heiden//dom ligg' //voor Uw stoel ge//bogen,\\ En //'t eind der/aard er//kenn' Uw/heerschappij.”\\ \\  
-<li id="2:4">"En <i>Ik, die Vorst, met zoveel macht be</i>deeld,<br />Zal <i>Gods besluit aan 't wereldrond doen </i>horen.<br />Hij <i>sprak tot Mij: "'k Heb heden U ge</i>teeld;<br />Gij <i>zijt Mijn </i>Zoon, Gij <i>zijt Mijn eenge</i>bo-ren';<br />Zeg <i>vrij Uw </i>eis; Ik <i>zal Uw macht ver</i>hogen,<br />Op<i>dat Uw </i>naam al<i>om ontzaglijk </i>zij;<br />Het <i>heiden</i>dom ligg' <i>voor Uw stoel ge</i>bogen,<br />En <i>'t eind der </i>aard er<i>kenn' Uw </i>heerschappij."</li><br /><br /> +<sup>2:5</supUw //ijz'ren staf, die al hun macht ver//plet,\\ Maak' //hen eerlang eerbiedig' onder//zaten,\\ En //noodzaak' hen te buigen voor Uw/wet,\\ Of //sla z' aan/gruis, als //pottenbakkers//va-ten!”\\ O //vorsten,/wilt de //wet der wijsheid/horen,\\ Eer //gij God/zelv' en //Zijn Gezalfde/hoont;\\ O //rechters,/tot den //stoel der eer ge//koren,\\ Ver//draagt Zijn/tucht, die //u Zijn/liefde toont.\\ \\  
-<li id="2:5">"Uw <i>ijz'ren staf, die al hun macht ver</i>plet,<br />Maak' <i>hen eerlang eerbiedig' onder</i>zaten,<br />En <i>noodzaak' hen te buigen voor Uw </i>wet,<br />Of <i>sla z' aan </i>gruis, als <i>pottenbakkers</i>va-ten!"<br />O <i>vorsten, </i>wilt de <i>wet der wijsheid </i>horen,<br />Eer <i>gij God </i>zelv' en <i>Zijn Gezalfde </i>hoont;<br />O <i>rechters, </i>tot den <i>stoel der eer ge</i>koren,<br />Ver<i>draagt Zijn </i>tucht, die <i>u Zijn </i>liefde toont.</li><br /><br /> +<sup>2:6</sup> Vreest //'s HEEREN macht en dient Zijn Majes//teit;\\ Juicht, //bevend op 't gezicht van Zijn ver//mogen,\\ En //kust den Zoon, van ouds u toege//zeid,\\ Eer //u Zijn/toorn ver//delg' voor aller/o-gen;\\ U //op uw'/weg tot //stof doe weder//keren,\\ Wan//neer Zijn/wraak, ge//tergd door uw ge//drag,\\ U, //onver//hoeds, zou //door haar gloed ver//teren,\\ Tot //staving/van Zijn //langge//hoond gezag.\\ \\  
-<li id="2:6">Vreest <i>'s HEEREN macht en dient Zijn Majes</i>teit;<br />Juicht, <i>bevend op 't gezicht van Zijn ver</i>mogen,<br />En <i>kust den Zoon, van ouds u toege</i>zeid,<br />Eer <i>u Zijn </i>toorn ver<i>delg' voor aller </i>o-gen;<br />U <i>op uw' </i>weg tot <i>stof doe weder</i>keren,<br />Wan<i>neer Zijn </i>wraak, ge<i>tergd door uw ge</i>drag,<br />U, <i>onver</i>hoeds, zou <i>door haar gloed ver</i>teren,<br />Tot <i>staving </i>van Zijn <i>langge</i>hoond gezag.</li><br /><br /> +<sup>2:7</sup> Wel//zalig zij, die, naar Zijn reine/leer,\\ In //Hem hun heil, hun hoogst geluk be//schouwen;\\ Die //Sions Vorst erkennen voor hun/HEER;\\ Wel//zalig/zij, die //vast op Hem be//trou-wen.
-<li id="2:7">Wel<i>zalig zij, die, naar Zijn reine </i>leer,<br />In <i>Hem hun heil, hun hoogst geluk be</i>schouwen;<br />Die <i>Sions Vorst erkennen voor hun </i>HEER;<br />Wel<i>zalig </i>zij, die <i>vast op Hem be</i>trou-wen.</li><br /><br /> +
-</ol></html>+


Paginahulpmiddelen