<li id="2:1">Wat drift beheerst het woedend heidendom,/> />En heeft het hart der volken ingenomen?/> />De koningen verheffen zich alom,/> />De vorsten zijn vermetel saâmgeko-men,/> />Om God, den HEER, zelfs naar de kroon te steken,/> />En tegen Zijn Gezalfde op te staan./> />Zij spreken saam: "Laat ons hun banden breken,/> />En van hun juk en touwen ons ontslaan."/> />/> />
<li id="2:2">Maar d' Opperheer, die Zijn geduchten stoel/> />Op starren sticht, en grondvest op de wolken,/> />Zal lachen met dat vruchteloos gewoel,/> />En spotten met den waan der dwaze vol-ken,/> />God zal Zijn wraak ontdekken voor hun ogen;/> />Straks gloeit de lucht door 't vlammend bliksemlicht;/> />'t Is God die spreekt; Hij dondert uit den hoge,/> />En jaagt den schrik Zijn haat'ren in 't gezicht:/> />/> />
<li id="2:3">"Durft gij bestaan te twisten met Mijn kracht?/> />Zal nietig stof Mij 't hoog gezag ontwringen,/> />Of weerstand biên aan Mijn geduchte macht?/> />Ontziet Mijn toorn, verdoolde sterveling-en./> />Gij zult vergeefs Mijn rijksbestel weerstreven!/> />Mijn Koning is gezalfd door Mijn beleid;/> />Hij, door Mijn hand op Sions troon verheven,/> />Heerst op den berg van Mijne heiligheid.”/> />/> />
<li id="2:4">"En Ik, die Vorst, met zoveel macht bedeeld,/> />Zal Gods besluit aan 't wereldrond doen horen./> />Hij sprak tot Mij: "'k Heb heden U geteeld;/> />Gij zijt Mijn Zoon, Gij zijt Mijn eengebo-ren';/> />Zeg vrij Uw eis; Ik zal Uw macht verhogen,/> />Opdat Uw naam alom ontzaglijk zij;/> />Het heidendom ligg' voor Uw stoel gebogen,/> />En 't eind der aard erkenn' Uw heerschappij."/> />/> />
<li id="2:5">"Uw ijz'ren staf, die al hun macht verplet,/> />Maak' hen eerlang eerbiedig' onderzaten,/> />En noodzaak' hen te buigen voor Uw wet,/> />Of sla z' aan gruis, als pottenbakkersva-ten!"/> />O vorsten, wilt de wet der wijsheid horen,/> />Eer gij God zelv' en Zijn Gezalfde hoont;/> />O rechters, tot den stoel der eer gekoren,/> />Verdraagt Zijn tucht, die u Zijn liefde toont./> />/> />
<li id="2:6">Vreest 's HEEREN macht en dient Zijn Majesteit;/> />Juicht, bevend op 't gezicht van Zijn vermogen,/> />En kust den Zoon, van ouds u toegezeid,/> />Eer u Zijn toorn verdelg' voor aller o-gen;/> />U op uw' weg tot stof doe wederkeren,/> />Wanneer Zijn wraak, getergd door uw gedrag,/> />U, onverhoeds, zou door haar gloed verteren,/> />Tot staving van Zijn langgehoond gezag./> />/> />
<li id="2:7">Welzalig zij, die, naar Zijn reine leer,/> />In Hem hun heil, hun hoogst geluk beschouwen;/> />Die Sions Vorst erkennen voor hun HEER;/> />Welzalig zij, die vast op Hem betrou-wen./> />/> />
</html>