psalmberijming:1773:79

Dit is een oude revisie van het document!


Psalm 79

79:1 Getrouwe God, de heid'nen zijn gekomen;
Zij hebben stout Uw erfland ingenomen;
Jeruza
lem, de tempel, Uw altaren,
't Ligt al verwoest door die geweldenaren.
Uw knechten zijn geveld
Door hun verwoed geweld;
Hun lijken, onbegraven,
Verzaden na hun dood
't Gediert' in hongersnood,
En gier en kraai en raven.

79:2 Het kost'lijk bloed van Uwe gunstgenoten,
Als water om Jeruzalem vergoten,
Doet wijd en
zijd des vijands woede blijken;
Het ganse veld is nu bezaaid met lijken,
Van d' eer des grafs beroofd.
De nabuur schudt het hoofd,
En lacht met onz' ellenden;
Ons deerniswekkend lot
Stelt ons ten smaad, ten spot,
Van vreemden en bekenden.

79:3 Hoe lang zult Gij in gramschap zijn ontstoken?
Zal 't hevig vuur Uws ij79:eeuwig roken?
Stort Uwe
wraak op hen, die ons verteren,
Op volken, die Uw groten naam niet eren;
Want Isrel, door hun macht
Verschrikk'lijk omgebracht,
Ligt in zijn bloed verdronken;
Zijn woning, al de troost
En lust van Jakobs kroost,
Gelijkt thans naar spelonken.

79:4 Gedenk niet meer aan 't kwaad, dat wij bedreven;
Onz' euveldaad word' ons uit gunst vergeven;
Waak op, o
God, en wil van verder lijden
Ons klein getal door Uwe kracht bevrijden.
Help ons, barmhartig HEER,
Uw groten naam ter eer;
Uw trouw koom' ons te stade;
Verzoen de zware schuld,
Die ons met schrik vervult;
Bewijs ons eens genade!

79:5 Waarom zou zich der heid'nen macht vermeêren?
Uw hoog gezag door bitt'ren schimp onteren?
En vragen,
door hun trotsen waan bedrogen:
"Waar is hun God, waar blijkt nu Zijn vermogen?"
Vergeld hun overmoed;
Wreek Uwer knechten bloed;
O God van ons betrouwen,
Verdedig onze zaak;
Doe 't heidendom uw wraak,
Zelfs voor ons oog aanschouwen.

79:6 Ai, hoor naar hen, die in gevang'nis kwijnen;
Laat hun gekerm voor Uw gezicht verschijnen;
Bevrijd hen,
die, gedreigd met doodsgevaren,
Op Uwe hulp met smekend' ogen staren.
Vergeld den wreden smaad,
Waarmee des nabuurs haat
Uw mogendheid dorst schenden;
Geef hun, o Opperheer;
Die zevenvoudig weer;
Zie neer op onz' ellenden.

79:7 Zo zullen wij, de schapen Uwer weiden,
In eeuwigheid Uw lof, Uw eer verbreiden,
En zingen
van geslachten tot geslachten
Uw trouw, Uw roem, Uw onverwinb're krachten.


Paginahulpmiddelen