belijdenis:heidelbergse-catechismus:zondag-26

Dit is een oude revisie van het document!


Zondag 26

69. 26:69 Hoe wordt gij in den Heiligen Doop vermaand en verzekerd dat de enige offerande van Christus, aan het kruis geschied, u ten goede komt?
Alzo, dat Christus dit uitwendig waterbad ingezet1)
en daarbij toegezegd heeft,2)
dat ik zo zekerlijk
met Zijn bloed en Geest
van de onreinigheid mijner ziel,
dat is, van al mijn zonden, gewassen ben,3)
als ik uitwendig met het water,
hetwelk de onzuiverheid des lichaams pleegt weg te nemen,
gewassen ben.

70. 26:70 Wat is dat, met het bloed en den Geest van Christus gewassen te zijn?
Het is vergeving der zonden
van God uit genade te hebben
om des bloeds van Christus' wil,
hetwelk Hij in Zijn offerande aan het kruis
voor ons uitgestort heeft;4)
daarna ook,
door den Heiligen Geest vernieuwd
en tot lidmaten van Christus geheiligd te zijn,
opdat wij hoe langer hoe meer der zonden afsterven,
en in een Godzalig, onstraffelijk leven wandelen.5)

71. 26:71 Waar heeft ons Christus toegezegd, dat Hij ons zo zekerlijk met Zijn bloed en Geest wassen wil, als wij met het doopwater gewassen worden?
In de inzetting des Doops, welke alzo luidt:
“Gaat dan henen, onderwijst al de volken,
hen dopende in den Naam des Vaders,
en des Zoons, en des Heiligen Geestes” (Matteüs 28:1919 Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb.);
En: “Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden;
maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden” (Marcus 16:1616 Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden.).
Deze belofte wordt ook herhaald,
waar de Schrift den Doop
het bad der wedergeboorte
en de afwassing der zonden noemt;
“Heeft Hij ons zalig gemaakt, niet uit de werken der rechtvaardigheid,
die wij gedaan hadden, maar naar Zijn barmhartigheid,
door het bad der wedergeboorte en vernieuwing des Heiligen Geestes” (Titus 3:55 heeft Hij, niet om werken der gerechtigheid, die wij zouden gedaan hebben, doch naar zijn ontferming ons gered door het bad der wedergeboorte en der vernieuwing door de heilige Geest.);
“En nu, wat vertoeft gij? Sta op, en laat u dopen, en uw zonden afwassen, aanroepende den Naam des Heeren” (Handelingen 22:1616 En nu, wat aarzelt gij nog? Sta op, laat u dopen en uw zonden afwassen, onder aanroeping van zijn naam.)."

1) , 4)
a
2) , 5)
b
3)
c


Paginahulpmiddelen