belijdenis:heidelbergse-catechismus:zondag-6

Zondag 6

16. 6:16 Waarom moet Hij een waarachtig en rechtvaardig mens zijn?
Omdat de rechtvaardigheid Gods vorderde,
dat de menselijke natuur,
die gezondigd had,
voor de zonde betaalde;1)
en dat een mens,
zelf een zondaar zijnde,
niet kon voor anderen betalen.2)

17. 6:17 Waarom moet Hij tegelijk waarachtig God zijn?
Opdat Hij, uit kracht Zijner Godheid,3)
den last van den toorn Gods4)
aan Zijn mensheid zou kunnen dragen,5)
en ons de gerechtigheid
en het leven zou kunnen verwerven en wedergeven.6)

18. 6:18 Maar wie is deze Middelaar, Die tegelijk waarachtig God7) en een waarachtig8) rechtvaardig mens is?9)
Onze Heere Jezus Christus,10)
Die ons van God
tot wijsheid, rechtvaardigheid, heiligmaking,
en tot een volkomen verlossing geschonken is.11)

19. 6:19 Waaruit weet gij dat?
Uit het heilig Evangelie,
hetwelk God Zelf eerstelijk
in het paradijs heeft geopenbaard,12)
en daarna door de heilige patriarchen13)
en profeten14) laten verkondigen,
en door de offeranden
en andere ceremoniƫn der Wet laten voorbeelden,15)
en ten laatste door Zijn eniggeboren Zoon vervuld.16)

1) , 3) , 7) , 12)
a
2) , 4) , 8) , 13)
b
5) , 9) , 14)
c
6) , 10) , 15)
d
11) , 16)
e


Paginahulpmiddelen